Tijdens de pauze vroegen we ons af hoe het zou zijn om veertig te worden. Ik vertelde van iemand in mijn omgeving die me ooit had verteld dat sinds zijn veertigste verjaardag er 'dingen waren gaan kantelen' in zijn leven. En dat hij 'bepaalde dingen was kwijtgeraakt'. De buurvrouw en ik (34 en 36 jaar oud) vroegen ons af wat er dan zou gaan kantelen en wat we kwijt zouden gaan raken.
De tweede helft van de film was nog maar net op gang, toen 'Pieter', de homo-veertiger, vertelde dat hij vooral op jonge jongens viel. "Ah, jonge lijven", zei een van zijn vrienden. "Nee, dat is het niet zozeer", zei de Pieter. "Maar als ze nog geen veertig zijn, zijn ze vaak nog zo heerlijk egocentrisch en ambitieus en vooral zo vol vertrouwen dat alles nog goed gaat komen."
"Vertrouw jij er nog op dat alles goed gaat komen?", vroeg ik de buurvrouw op de terugweg.
"Ja, eigenlijk wel", zei ze.
Toen werd het stil. En het leek wel of ons vertrouwen in de toekomst al een klein beetje begon te wankelen.