
Ik kan u precies vertellen waar het was:
ik was op de A6 en nam de afslag A27.
Daar gebeurde het.
Ik draaide die weg op en de maart-zon scheen volop en de lucht had iets dampigs. Alsof de winter aan het oplossen was en langzaam in de hemel verdween. Dag winter, tot volgend jaar…
Dat was al mooi, maar toen kwamen de grote windmolens in beeld. Rijzige gestaltes met lange, sterke armen die draaiden en draaiden, rustig en gestaag.
Voem.
Voem.
Voem.
De windmolens in het maartse licht met de oplossende winter. Het was prachtig. En ik had het geluk dat er wegwerkzaamheden waren, waardoor de snelheid werd teruggebracht tot max. 70 km/uur. Zo had ik de kans om heel rustig door dat magische beeld heen te rijden. Klein en nederig tusssen de voem-voem-voemende reuzen met hun enorme rotaties.
Er stond een cd op.
Jan Swerts: Anatomie van de Melancholie
Prachtige, verstilde muziek.
Helemaal passend bij die maartse zon en dat afscheid van die winter.
En er startte een nieuwe track, nummer 5: De Kapel van het Niets.
Een intro met piano, traag, heel traag, zich steeds herhalend, als iets wat almaar draait, als… de wieken van een windmolen. Heel zacht op de achtergrond een klarinet, als iets wat zachtjes opstijgt, als de verdampende winterkou. De ijle stem van Jan Swerts, als geluid dat wegwaait in de onzichtbare wind die duwde tegen de lange armen.
“Ooooo”, zei ik alleen maar uit. “Ooooooo, dit klopt. Dit klopt helemaal! Dit klopt echt helemaal, alles bij elkaar. Wat mooi!”
Even was alles puur magisch. Toen draaide de A27 weg naar rechts, de zon scheen ineens van de andere kant, we keerden we ons af van de draaiende reuzen en kwam er een eind aan de wegwerkzaamheden. Met 120 km/uur moest ik alles achter me laten.
Het volgende Jan Swerts-nummer startte.
Track 6: Meer is er Niet.